De Beperkingen van milieukeurmerken

Oktober 2012

Drinkwater besparen is een groeiende bezorgdheid, zowel in het kader van het verkrijgen van een label voor een gebouw als, meer algemeen, in de context van bronbeheer. Een aangepaste kraan draagt bij tot de sanitaire kwaliteit en het duurzaam gebruik van het water.

Om de voorschrijver en consument de mogelijkheid te bieden het overzicht te behouden in het overaanbod van materialen, wordt een eenvoudig en harmonieus Europees etiketteringsysteem noodzakelijk. De fabrikanten van kraanwerk ondernemen verschillende stappen in deze richting.

Delabie overweegt op zijn beurt een huislabel te ontwikkelen waarmee de pluspunten van zijn producten , bestemd voor utiliteiten, naar voren gebracht worden.

Talrijk zijn de bouwheren vandaag die een label in verscheidene milieuprestaties wensen te bekomen voor hun gebouw, dit zowel in de bouwrichtlijnen als in de manier waarop het gebouw gebruikt wordt. Of het gebouw nu bestemd is voor huisvesting, industrieel gebruik of voor derden, de bouwheer ziet zijn erfgoed in waarde toenemen door een “duurzaamheidsstempel”. In de huidige context van klimaatopwarming en stijgende energieprijzen staat een duurzaam gebruik van het gebouw gelijk aan energiebesparing en zuinig beheer van water. Bovendien draagt dit laatste ook bij tot een lagere energiefactuur doordat er minder energie nodig is om water op te warmen (er is ongeveer 34kW nodig om 1m³ water op te warmen).

De meest populaire labels, zoals de « NF Ouvrage Démarche HQE® » certificering (resultaat van de aanpak van Haute Qualité Environnementale, in Frankrijk), of BREEAM (evaluatiemethode van milieuprestaties van gebouwen, ontwikkeld in Groot-Brittannië), of nog LEED (Leadership in Energy and Environmental Design, in de Verenigde Staten) houden rekening met het waterbeheer in het gebouw, en met name de besparing van drinkbaar water. Echter, geen van deze labels is expliciet in verband met het verbruik en de sanitaire garantie van drinkwater, maar pleiten voor een globaal beredeneerd en hygiënisch gebruik, LEED en BREEAM beschouwen waterbesparing als een vereiste voor het verkrijgen van een certificaat en kennen punten toe in functie van het percentage gerealiseerde besparing t.o.v. een standaardberekening; terwijl HQE het aandacht besteden aan waterbesparing niet oplegt. De sanitaire installateur is dus vrij een sanitaire uitrusting te kiezen in functie van het gebruik van het gebouw.

Naar een geëtiketteerde kraan

Parallel aan deze labels voor de bouw werden in verschillende landen, vaak op initiatief van de industrie, specifieke stappen ondernomen in de ontwikkeling van labels voor sanitaire uitrusting. Dit met de bedoeling te helpen bij de keuze van materialen. De meest gevorderde hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van nieuwe merken. Zo werd in 2010 in Groot-Brittannië het programma “Water Efficient Product Labelling Scheme”, of WELPS gelanceerd door BMA, Vereniging van Britse fabrikanten van sanitaire toestellen. 
Het betreft vandaag 12 categorieën van producten en informeert exclusief over het waterverbruik. Wat betreft de kranen worden de producten opgedeeld in 5 klassen (van “4 l/min en minder”, tot “meer dan 10 l/min) en wordt het maximaal debiet van elk product getoond zoals aangegeven door de fabrikant in de gebruiksaanwijzing. Deze certificering is vrijwillig.

Het meest recente initiatief, het Water Efficiency Label, of WELL, werd gecreëerd in maart 2011 door EUnited Valves, de europese vereniging van kraanproducenten, die voornamelijk de Duitse fabrikanten verenigt. Deze manier van classificeren laat toe aan de professionelen en aan de consument het water- en energieverbruik van sanitaire kranen te beoordelen en te vergelijken met een uniek systeem van classificatie gelijkaardig aan dat van huishoudelijke apparaten. WELL onderscheidt het huishoudelijke kraanwerk van het kraanwerk voor utiliteiten. Deze laatste worden beoordeeld in functie van het debiet, de temperatuur en de zelfsluiting. De kranen kunnen tot 6 sterren bekomen en zijn geklasseerd van A tot F (t.o.v. maximum 4 sterren voor huishoudelijke kranen, waarbij enkel het watervolume en de temperatuur worden beoordeeld in klassen van A tot D). Elke categorie bekomt maximum 2 sterren (A staat gelijk aan 2 sterren). Dit betalende label vereist een extern controleorgaan. In Frankrijk loopt vandaag een studie binnen een project van de NF classificatie van kranen en sproeiers die gesteund wordt door CSTB, Centre Scientifique et Technique du Bâtiment.

Een noodzaak tot harmonisatie

Nog andere programma’s zijn in ontwikkeling. Op Europees niveau werd een EU Ecolabelproject voor kraanwerk omschreven door de Europese Commissie (Green public procurement), met bijzondere eisen met betrekking tot het minimaal en maximaal debiet per categorie, de controle en de veiligheid van de temperatuur, de zelfsluittijd van de waterstroom (voor kranen met een automatische zelfsluiting), de materialen waaruit de kraan gemaakt wordt, de productiekwaliteit en de levenduur, de garantie en de opvolging van losse onderdelen, de verpakking en de verstrekte informatie aan de consument.

Het EU-Ecolabel dat gecreëerd werd in 1992, is het enige officiële Europese ecologische label dat gebruikt kan worden in alle lidstaten van de Europese Unie. In Frankrijk wordt dit uitgegeven door AFNOR Certification, een onafhankelijke certificeringinstantie.  Dit is een vrijwillig merk van certificering. Indien dit label zich zou toepassen op het kraanwerk, dan zou dit toelaten de nood van harmonisatie te beantwoorden en huishoudelijk kraanwerk te onderscheiden van kraanwerk voor utiliteiten, wat vooral interessant zou zijn voor de voorschrijvers en fabrikanten. Dit zal echter nog niet onmiddellijk verwezenlijkt worden…

Wat veel sneller zal verwezenlijkt worden is het project van European Water Label, toepasbaar op wastafel-, keuken- en douchekranen, als ook op hoofddouches. Dit project werd gelanceerd ten gevolge van de 12de editie van Green Week, in Brussel eind mei 2012. Ook dit label wordt zelfstandig ontwikkeld. Vooral gericht op het waterverbruik, laat het project zich inspireren door WELPS, maar wenst het ook een eenvoudige tool te ontwikkelen om de gebruiker te informeren qua waterverbruik van de kranen en sproeiers. Dit via een volledige database van producten die het nominale debiet en de klassering van 5 categorieën opneemt. Er is momenteel sprake van een jaarlijkse steekproef door een derde partij op 5% van de geregistreerde producten. Dit label zou toepasbaar moeten zijn tegen eind 2012. Helaas voorziet dit systeem vandaag geen onderscheiding van kranen voor utiliteiten, wat de gespecialiseerde fabrikanten teleurstelt.

Het promoten van de voordelen van kranen voor utiliteiten

De labels gebonden aan de bouw (HQE, BREEAM, LEED,…) leggen de nadruk niet op de noodzaak de toevlucht te nemen tot aangepaste kranen voor utiliteiten om beter aan de eisen van openbare gebouwen te voldoen. Het belang van de fabrikanten is een betrouwbaar en generaliseerbaar middel te vinden voor alle Europese landen dat de meerwaarde van kranen voor utiliteiten onderstreept, efficiënter dan huishoudelijke kranen qua waterverbruik en dus ook qua energieverbruik voor wat betreft het opwarmen van water. Het kraanwerk voor utiliteiten brengt inderdaad een garantie van duurzaamheid, onderhoud en hygiëne (strijd tegen ontwikkeling van bacteriën) met zicht mee. Sommige DELABIE-modellen verbruiken bijvoorbeeld 90% minder water dan een klassieke huiskraan en vertonen ook exclusieve kenmerken in de strijd tegen bacteriën: periodieke spoeling, gladde binnenkant van het kraanlichaam, afneembare systemen, enz.

Een eenvormig Europees label, uitgegeven door de Europese Commissie, met categorieën “huishoudelijk” en “utiliteiten” zou een vermenigvuldiging van kostbare en moeilijk te beheren certificeringen tegengaan en het landschap minder vervagen voor de consument. In de huidige stand van zaken voorziet het waterlabel van CEIR geen aparte categorie “Utiliteiten/openbare gebouwen” met onderscheiding van de specifieke kenmerken van dit type kranen. Enkel het WELL-label integreert deze eigenheid, maar dit label is vandaag enkel erkend in Duitsland, Zwitserland en de Benelux. Vanuit het standpunt van DELABIE, dat exporteert naar meerdere landen, o.a. Duitsland en Groot-Brittannië, is een categorie “Utiliteiten” noodzakelijk om het Waterlabel te vervolledigen. Een alternatief is de creatie van een label, eigen aan het DELABIE merk, waarmee de specifieke kenmerken van het sanitaire kraanwerk voor openbare gebouwen verzekerd wordt.